Schweissen und Schneiden: Lassen nog steeds populairste verbindingstechniek

Lasertechnologie (18%) is echter aan een sterke opmars bezig. Snijden en solderen zijn goed voor ieder 8 procent van de omzet. Die cijfers komen van Tim Jessop, president van de European Federation for Welding, Joining & Cutting (EWF). De cijfers komen uit een wetenschappelijke studie die het EWF dit voorjaar heeft laten uitvoeren in de 27 EU-landen. Daarbij hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van de cijfers over 2007.

Duitsland

Komt in Europa iets meer dan de helft van de totale omzet uit lastechnologie, voor Duitsland geldt zelfs tweederde. Duitsland is een echt lasland. Klaus Middeldorf, directeur van Deutscher Verband für Schweissen und verwandte Verfahren (DVS) verwacht niet dat dit de komende jaren veel gaat wijzigen. ‘Andere verbindingstechnologieën ontwikkelen zich en zorgen voor nieuwe arbeidsplaatsen, maar hierdoor wordt geen laswerk verdrongen’, zegt hij desgevraagd.

Hij vindt de concurrentie van lijmen en lasertechnologie goed, want dat zorgt voor een extra impuls voor ontwikkeling van lastechnologie. Middeldorf denkt dat op de komende beurs in Essen ook in het klassieke lichtbooglassen nog de nodige innovaties getoond zullen worden.

EWF-president Tim Jessop is een iets andere mening toegedaan dan de DVS-directeur. ‘Als onderzoek een indicator is voor toekomstige ontwikkelingen, dan zal de balans tussen lassen en andere verbindingstechnieken de komende jaren zeker veranderen. Er gaat namelijk steeds meer geld naar onderzoek naar alternatieve technieken. De resultaten daarvan zullen de komende jaren zichtbaar worden.’

Miljoenen arbeidsplaatsen

In de directe productie van machines voor het snijden en verbinden gaat in Europa jaarlijks 2,55 miljard euro om. Hiermee zijn 55.000 arbeidsplaatsen gemoeid. Nog meer geld gaat er om in alles wat met snijden en lassen te maken heeft, dus de verkoop van gassen, toevoegmiddelen, opleiding, testen etcetera.

Uit de EWF-studie blijkt dat hieraan in de 27 EU-landen jaarlijks ruim 4 miljard euro wordt gespendeerd. Dat is goed voor 68.000 arbeidsplaatsen. Daarmee is de totale branche dus goed voor 123.000 arbeidsplaatsen en een omzet van meer dan 6,5 miljard euro.

‘De totale toegevoegde waarde die met snij- en verbindingstechnologie wordt gerealiseerd, is nog vele malen groter’, aldus Jessop. De onderzoekers becijferen dit op bijna 80 miljard euro, waarmee 1,9 miljoen arbeidsplaatsen zijn gemoeid. ‘Verbindingstechnologie heeft dus ook in economisch opzicht grote invloed.’