Nederland verslaat België op automatiseringsgebied

In de laatste editie van Express, het klantenmagazine van de machinebouwer, beschrijft Trumpf de plaatwerkmarkt in de Benelux. In België ligt de automatisering van de stans- en combimachines op 20 procent, bij de lasers op 50 procent. Het totale cijfer schommelt in Luxemburg rond de 10 procent. Nederland behoort echter met 78 procent, samen met Oostenrijk, tot de twee markten waarin Trumpf relatief de meeste automatiseringsoplossingen verkoopt.

 

Machines moeten draaien

Ger van der Endt, directeur van Trumpf Nederland, heeft de indruk dat de Nederlandse plaatwerkers heel goed beseffen dat ze moeten automatiseren om hun hoofd boven water te houden. ‘Machines moeten lopen. Bedrijven beseffen dat de machine langer dan acht uur op een dag moet draaien en dat je tegenwoordig ook kleine series goed kunt automatiseren.’

 

Kostprijs omlaag

Daarom worden de ponsnibbel- en lasermachines vrijwel altijd met automatisering verkocht. Van der Endt merkt wel dat in recessietijd bedrijven blijven investeren in oplossingen als een automatische belading of sortering, maar minder snel in grote magazijnen. Daarnaast speelt het gebrek aan vakmensen een rol. De Trumpf-directeur verwacht dat de komende jaren ook kantbanken steeds meer samen met een vorm van automatisatie verkocht gaan worden. Daar ligt de automatiseringsgraad nu een stuk lager. ‘Door te automatiseren gaat de kostprijs per stuk omlaag. Daar draait het om.’

 

In de nieuwe Trumpf Express is een speciaal landenrapport over de Benelux opgenomen. Er komen ook twee Nederlandse plaatwerkers aan het woord: Antal Driessen van Metaalcenter Driessen uit Weert en Harie Baas van Metaalbedrijf Baas in Almelo.

 

Deze laatste gebruikt een TruLaser 5030, een TruLaser 3030 met LiftMaster en een STOPA-magazijn, terwijl bij Driessen een TruLaser 4050 met Liftmaster staat, een TruLaser 3030 met LiftMaster Store plus SortMaster, een Trumatic 7000 met SortMaster en TruStore en nog een Trumpf buizenlaser.