Metaalsector massaal aan het Twitteren

Dit is één van de eerste mkb-bedrijven uit deze sector die al gebruikmaken van social media. Het Mikrocentrum wijdt op 15 maart een studiemiddag aan het gebruik van Twitter, Facebook, LinkedIn, 4Square et cetera door industriële bedrijven. Doel van de bijeenkomst is bedrijven uit de maakindustrie inzicht te geven in de mogelijkheden en de meerwaarde die social media bieden.

Een persoonlijk gezicht

Jan Willem Kaaijk maakt er veel gebruik van. ‘Het kost bijna niets. En door het te doen, onderscheid je je. Wij kunnen dankzij Twitter onze klanten beter informeren over waar we mee bezig zijn. In een klein bedrijf moet je het hebben van de persoonlijke contacten. Hiermee geven we ons bedrijf een gezicht.’

Topfinish, leverancier van polijst- en slijpapparatuur, gebruikt eveneens Twitter. ‘Voor ons is het vooral een manier om een gezicht en persoonlijkheid van Topfinish op het internet te krijgen. We kunnen via twitter en Facebook op een ongedwongen manier volgers informeren over producten en diensten’, zegt Marjet Verhoef van dit bedrijf uit Mijdrecht, dat zowel apparatuur levert als polijst- en reinigingswerk in opdracht uitvoert. Verwacht geen lawine van tweets. ‘Je wilt zoveel mogelijk followers hebben en niet als spam gezien worden. Daarom zijn kwalitatief goede tweets voor ons belangrijk.’ De Vraag en Aanbod-lezer die de honderdste follower wordt van @TopfinishMetaal, krijgt van het bedrijf een attentie.

Netwerk vergroten

Ook Jos Louwhoff van Tebumo CNC-Verspaning is zich er bewust van dat iedereen mee kan kijken als je met social media aan de slag gaat. De jobber is nog niet heel erg lang actief op Twitter. ‘Ons eerste doel is kenbaar maken dat we bestaan. Ons tweede doel is oprecht geïnteresseerd twitteraars volgen’, zegt Jos Louwhoff. De verspaner uit Gorinchem heeft wel al gemerkt dat social media zijn netwerk vergroten. ‘Als je mensen volgt, gaan anderen je ook volgen. Zo kan je netwerk giga worden.’

Vlucht nemen

Alle drie geloven ze dat social media de komende tijd een vlucht gaan nemen. Dat zegt ook Bert Maes van Haas Automation. Met het Haas Technical Education Center (HTEC) -programma richt de Amerikaanse machinebouwer zich op technische scholen met als doel meer jongeren te interesseren voor de verspanende industrie. Met een blog, onder de naam van Bert Maes zelf, richt de machinebouwer zich zelfs op een breder publiek. ‘We proberen mensen te laten zien dat productie essentieel is voor onze economie. Maar dat het niet kan groeien zonder jonge mensen, noch zonder investeringen van diverse actoren.’ Pas in de laatste plaats wil Haas via social media het eigen imago versterken. Bert Maes vindt dat meer bedrijven uit de industrie in de social media scene moeten springen. Niet alleen voor zichzelf, ook voor de branche als geheel. ‘Het is een effectief middel om producten in nieuwe markten te promoten aan een minimale kost. En nog beter zou het zijn als alle metaalbedrijven de hele industrie zouden promoten.’

Studiemiddag

De studiemiddag ‘Social Media, wat kan ik ermee’ vindt bij het Mikrocentrum plaats op 15 maart in Eindhoven. Een van de sprekers is Jef Loenders, engineer bij Sirris in België. Hij spreekt over social media en online communities in de technische industrie. De middag begint met een uiteenzetting over social media en een lezing hoe je deze kunt gebruiken om je bedrijfsdoeleinden te versterken.

In het digimagazine van www.made-in-europe.nu van maart verschijnen twee artikelen waarin deze bedrijven dieper ingaan op hoe ze social media gebruiken.